Bent u onzeker geworden omdat de zin in seks ineens verdwenen is, terwijl u daar eerder geen problemen mee had of is het krijgen van een erectie ineens een stuk moeilijker? Wanneer u last heeft van een verlaagd libido of te kampen hebt met een erectiestoornis bent u waarschijnlijk hard op zoek naar de oorzaak daarvan.
Voorgenoemde problemen kunnen verschillende oorzaken hebben zoals stress, prestatiedruk of een afnemend testosterongehalte. Maar er is nog een veel voorkomende oorzaak. Welke dat is? Kijk eens in uw medicijnkast.
Gebruikt u bloeddrukverlagende middelen? Dan kan dat zomaar de oorzaak zijn van het feit dat het in bed allemaal niet helemaal naar wens verloopt. In lijstjes met ‘libido killers’ staan de bloeddrukverlagende medicijnen met stip in elke top tien. Vooral de bètablokkers zijn berucht. Daarover later meer.
De rol tussen bloeddruk, libido en erecties
Uw libido is gebaat bij een goede bloeddruk. Een te hoge bloeddruk kan ervoor zorgen dat u minder zin krijgt in seks. Een goede bloedsomloop zorgt er namelijk niet alleen voor dat het bloed naar de geslachtsorganen toe wordt gepompt maar ook dat geslachtshormonen beter worden getransporteerd. Bij een te hoge bloeddruk kunnen de bloedvaten beschadigd raken. Hierdoor kan het bloed minder goed door de aderen stromen waardoor de geslachtshormonen minder effectief worden vervoerd en het heeft dus ook effect op de bloedtoevoer naar uw geslacht.
Bètablokkers
Plastabletten
Wat kan ik veranderen om een beter libido te krijgen?
Breng niet op eigen houtje veranderingen aan in medicijngebruik
Twee vliegen in één klap
Overzicht van geneesmiddelen met invloed op erectie
- Antidepressiva: specifieke serotonineheropnameremmers (SSRI’s): paroxetine, fluoxetine, fluvoxamine, sertraline, citalopram en de tricyclische antidepressiva (TCA’s): amitriptyline, clomipramine, imipramine.
- Bloeddrukmiddelen: niet-selectieve bètablokkers: pindolol, propranolol en sotalol, plastabletten (diuretica): chloortalidon, hydrochloorthiazide, spironolacton en de calciumantagonisten: verapamil, nifedipine.
- Antischimmelmiddelen: ketoconazol, itraconazol.
- Antipsychotica: lithium, pimozide, haloperidol.
- Cholesterolverlagers: atorvastatine, simvastatine, gemfibrozil.
- Hartmiddelen: digoxine.
- Hormonen: cyproteronacetaat.
- Maagzuurremmers: cimetidine, ranitidine, famotidine.
- Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s): diclofenac, ibuprofen, naproxen, piroxicam.
- Geneesmiddelen bij benigne prostaathypertrofie: alfa-blokkers: tamsulosine, doxazosine, prazosine, terazosine en de 5-alfa-reductaseremmers: finasteride, dutasteride.