Een sexy ('bdsm') kerstverhaal van Stefanie van Kasteel. Het verhaal gaat over Lise, ze valt op straat en belandt in het huis van de knappe maar dominante Rick.
Het is een lang verhaal met 6 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk kunt u op de website lezen. Het hele verhaal kunt u onderaan de pagina als pdf vinden. Daar kunt u verder lezen of het downloaden en printen als kerstcadeautje van de auteur.
Stefanie van Kasteel is het pseudoniem van een Nederlandse journaliste. Eerder bracht zij de succesvolle erotische romans uit ‘De Kunstenaar’, ‘De Vlucht’ en 'Duna'. Haar stijl omschrijft ze zelf als 'romantische porna'. Ze neemt je mee in een wereld waar je mag dromen en fantaseren over taboeloze, schaamteloze seksualiteit. Ze houdt eigenlijk niet van de term bdsm (bondage, discipline, sadisme en masochisme).
Stefanie: "Voor mij is het de wereld van de overgave, jezelf seksueel helemaal geven, jezelf in dienst stellen van de ander, maar ook ontvangen wat jij graag wilt krijgen, zonder dat je je daarvoor hoeft te schamen. Je seksuele fantasieën volledig de vrij loop laten. Stel je toch eens voor dat dit kan, dat niets of niemand je daarin kan belemmeren."
‘Daarom zullen we je dienstverband niet verlengen…’
Die uitgesproken zin was nu acht ellendige uren oud. Vanmorgen leek het een dag als alle
andere te worden. Om tien voor acht had ze op de fiets gezeten onderweg naar kantoor. Het
was nog schemerig en behoorlijk koud buiten. Haar adem maakte wolkjes in de lucht terwijl
ze stevig doortrapte, andere fietsers en automobilisten ontwijkend. Nog geen uur later stond
ze weer buiten.
Lise woonde nu bijna een jaar in Amsterdam, in een smerig studentenhuis met een
torenhoge huur waar ze de aftandse badkamer en vieze keuken deelde met drie studenten
economie. Soms schaamde ze zich als ze anderen moest vertellen dat ze met haar dertig jaar
nog op kamers woonde. Oké, wel de grootste kamer van het huis, de zolder, maar voor een
eigen appartement of studio had ze geen geld, nog los van het feit dat er in de stad niks
beschikbaar was wat enigszins betaalbaar was. Dus stond ze ’s ochtends meer dan eens
kokhalzend in de keuken bij de resten van de avondmaaltijd van haar medebewoners die
stinkend op het aanrecht stonden. Om nog maar te zwijgen van het toilet na een feestje of
drankgelag. Denk maar niet dat de jolige mannen rekening hielden met haar zittende
houding op het toilet of het feit dat haar wekker om zeven uur ging. De beste dagen waren
de dagen dat tentamens en examens gemaakt moesten worden, dan gold er in het huis rust,
betrekkelijke reinheid en enige regelmaat. Maar ze had een dak, een bed en koud en warm
stromend water. Althans de komende drie weken nog, want dan stond ze op straat. Met een
uitkering kon ze de zolder niet betalen.
Lise wenkte de barman voor een zoveelste glas witte wijn. Na de onheilstijding van haar baas
had Lise haar toevlucht gezocht tot de kroeg een paar straten verwijderd van het
reclamebureau waar ze werkte. Of beter gezegd, niet meer werkte. Toen haar baas haar had
verzocht direct haar vrije dagen op te nemen, kon ze de paar persoonlijke spullen van haar
bureau halen, gedag zwaaien naar druk bellende collega’s en de deur achter zich
dichttrekken.
Al urenlang zat ze achter haar laptop te zoeken naar vacatures, maar wie zat er, zo’n twee
weken voor de kerst, te wachten op een handige regeltante zoals zij. Ze zocht als producer
bij televisieproducties, office-manager, maar iedereen maakte zich op voor de kerstvakantie.
Waar moest ze heen? Terug naar het oosten van het land, waar de vacatures in haar vak ook
niet voor het oprapen lagen? Waar moest ze wonen? Ze kon toch moeilijk bij haar broer en
zijn gezin intrekken? Binnen een paar uur had zich een kleine ramp in haar leven voltrokken.
Haar rommelende maag negerend wenkte ze de barman voor een zoveelste glas
chardonnay.
‘Zou je dit nu wel doen, dame?’
De barman die iets jonger was dan zij keek haar bezorgd aan.
‘Je zit hier al bijna de hele dag. Je hebt nog niets gegeten, behalve de paar nootjes die ik je
heb gegeven. Wordt het niet eens tijd om richting huis te gaan?’
Lise keek de man lodderig aan en voelde haar maag knorren. Het was inderdaad tijd om naar
huis te gaan. Buiten was het inmiddels donker en de uren in de kroeg hadden behalve een
lege portemonnee en een draaierig gevoel niets opgeleverd.
‘Goed idee…‘ Het kwam eruit als ‘goettt dee’. Zolang ze niks zei en op haar stoel bleef zitten,
leek het wel mee te vallen met haar dronkenschap, maar nu ze tien meter moest afleggen
richting toilet, voelde het als een marathon met veel bochten. Zittend op het toilet had ze
moeite haar hoofd rechtop te houden en greep ze een paar maal mis naar het wc-papier.
Het was het moment dat ze hevig begon te snikken. Moest je haar nu zien zitten, een
dronkenlap, zonder baan, bijna zonder huis, in een stad waar ze na een jaar nog steeds geen
vrienden had. En het was bijna kerst, haar favoriete periode van het jaar.
Ze stond op, probeerde haar onderbroek omhoog te trekken, maar wankelde en moest
steun bij de muur zoeken om niet te vallen.
‘Ktssoooii!’
Duizelend pakte ze haar laptop in, schommelde naar de bar om af te rekenen en deed een
poging om te zwaaien naar de barman.
‘Wacht! Zal ik een taxi voor je bellen?’
Lise hoorde hem al niet eens meer. Buiten was het venijnig koud, maar ze had er geen last
van. Het kostte haar enige moeite om het sleuteltje in haar fietsslot te krijgen en op te
stappen, maar toen ze eenmaal op de fiets zat, de wind in haar gezicht voelde, leek ze zelfs
in één rechte lijn te kunnen fietsen. Een beetje alsof ze vleugels had, zo voelde het, als ze het
rare getoeter van haar medeweggebruikers, die haar gedachten verstoorden, negeerde.
Ze was al bijna thuis, nog twee drukke straten en een plantsoen. In gedachten verzonken zag
Lise de tramrails over het hoofd. Haar voorband gleed erin en ze verloor de macht over de
fiets. Ze klapte over haar stuur en haar hoofd raakte hard het asfalt. Ze voelde door de dreun
haar tanden tegen elkaar klappen. In de verte hoorde ze gierende banden en piepende
remmen. Paniekerige stemmen om haar heen. Ze wilde haar ogen openen, maar het leek
alsof haar oogleden zaten vastgekleefd en toen voelde ze zich licht worden en daarna viel de
duisternis in.
‘Je bent wakker. Mooi zo.’
Lise werd wakker in een ruime slaapkamer waar het heerlijk geurde naar schoon
beddengoed. Vanuit het grote, zachte tweepersoonsbed keek ze door enorme ramen uit op
de lichtjes van de stad. Ze moest zich ergens in het centrum bevinden. Naast het bed stond
een man met donkere haren, gekleed in een donkerblauwe kostuumbroek en een lichtblauw
overhemd. Zijn hemdsmouwen waren opgerold. Groene ogen met donkere wimpers en een
klassieke neus. Lise voelde zich ongemakkelijk onder de onderzoekende blik van de knappe
man. Ze probeerde zich op te richten, maar een pijnscheut joeg door haar hoofd en ze liet
zich terug in het kussen vallen.
‘Auw! Wat is er gebeurd?’ Haar stem klonk kleintjes.
‘Je bent van je fiets gevallen en hebt een enorme smak gemaakt. Het scheelde maar een
haartje of je had onder de wielen van mijn auto gelegen. Het ambulancepersoneel heeft je
onderzocht. Zo goed en zo kwaad als het kon, want je had een behoorlijke slok op. Je hebt
een hersenschudding opgelopen en het is raadzaam om het zeer rustig aan te doen. Nu je
wakker bent, kan ik je in ieder geval weer naar je eigen huis brengen en heb ik mijn bed
weer terug.’
De man grijnsde zijn witte tanden bloot.
‘Ik ben Rick trouwens...’
‘Lise.’
‘Leuke naam. Zeg… eh, ik heb een badjas voor je en een handdoek. Je kleren zijn gewassen
en liggen klaar voor je op de stoel. Kan ik iemand voor je bellen om op de hoogte te stellen
van je komst? De politie is wel bezig geweest om naasten van je te vinden, maar dat lukte
niet.’
Voorzichtig schudde Lise haar hoofd, maar elke beweging deed zeer. Ze zag al op tegen het
douchen en aankleden, maar begreep dat haar aanwezigheid in dit huis lang genoeg had
geduurd. Hoe ze de komende dagen voor zichzelf moest gaan zorgen, wist ze nog niet. Laat
staan dat ze een oplossing kon gaan zoeken voor de komende werk- en dakloosheid als ze
zo’n knallende koppijn had.